Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Toen [12]verootmoedigden zich de oversten van [13]Israel en de koning, en zij zeiden: De HEERE is rechtvaardig. 12. Te weten, bekennende met het hart en belijdende met den mond de goddeloosheid en ongerechtigheid hunner zonden en de rechtvaardigheid van Gods straf. 13. Dat is, der Israelieten, die onder het gebied van Rehabeam stonden.